Het ding lag al maanden in ons keukenkastje. Ik had het genegeerd, want het was van IKEA, en dan ben ik extra alert. Toen ik nog in Amsterdam woonde, werd ’s donderdags het grofvuil opgehaald, en elke week stond de halve showroom van Ikea op de stoep. Ik wilde niet meedoen aan die wegwerp-economie.
Behalve dan dingen die echt handig zijn. Zoals de vleesthermometer. Ideaal om grote stukken vlees perfect te bereiden, maar € 10 en heeft het bijna een jaar gedaan. Het was de omweg waard – de rit naar dat industrieterrein, zo snel mogelijk door die blauw-gele hel om bij de keukenafdeling te komen, dan via sluipweggetjes naar de kassa om vervolgens toch weer € 116,85 af te rekenen.
Mijn dochter kreeg verkeersles op school. Maar in een wereld waarin straks alleen maar robots veilig autorijden heb je meer aan een les hoe je door Ikea kunt navigeren. Links kijken, rechts kijken, niet kopen.
“Nee, niet naar de koopjeshoek”, zeg ik tegen mijzelf als ik de kassa’s zie opdoemen in de verte. De koopjeshoek wint. Het lukte wel om de berkenhouten eettafel voor maar € 75 vanwege een krasje op het blad (daar zet ik wel een glas op) te laten staan. Nou ja, toen ik hem op het parkeerdek wilde inladen, paste die net niet in mijn auto. Niet in de breedte, niet met de poten omhoog. Op het dak ging wel maar toen waren de spanbanden te kort. Ik heb hem meteen teruggebracht. Blij dat ik mijn € 75, nadat ik anderhalf uur bij de klantenservice had gewacht, kreeg teruggestort. Op een tegoedbon.
Bij onze IKEA-bezoekjes bleef ik voortaan dus veilig wachten bij de uitgang. Naast de softijsmachine. Met mijn tegoedbon. Terwijl ik mijn 3e ijsje tapte (jammer dat ding niet te koop is), kwam mijn vrouw aanlopen met een blauwe opvouwbare wasmand.
“Handig voor vakantie”, glunderde ze, terwijl ze hem in en uitvouwde als een accordeon.
De eerste vakantie heb ik hem bewust niet gebruikt.
“We gaan kamperen. Kam-pe-ren!” zei ik terwijl we alles in de auto probeerden te passen. “Dan neem je toch geen wasmand mee?”
-“Maar hij is opvouwbaar.”
“Dus? Moet de strijkplank dan ook mee?”
Daarna zei ze pas weer iets tegen me toen we in Frankrijk reden: “Wat een aantrekkelijke mannen hier overal.”
Het jaar erop zag ik toch wel wat voordelen van de wasmand. Handig te dragen als ik naar de receptie liep voor wasmachine-munten. Opgevouwen kon je er mee frisbee-en. Toen ik de schone was wilde ophalen in het douchegebouw, en hem niet kon vinden, dacht ik zelfs dat iemand hem had gestolen. Ik vroeg het aan twee meisjes die zaten te gamen naast de ingang.
“Zo’n blauwe. Ik heb er net nog mee gefrisbeed bij het zwembad.” Pas toen ik hun blik zag, nadat ik met mijn armen accordeon bewegingen stond te maken, had ik door dat die IKEA fuckers me weer te pakken hadden.
Net zoals met die spatdeksel.
Zo bakte ik vroeger mijn vlees, lekker woest, hoog vuur, olie die bijna begint te roken. Ik legde mijn biefstuk erin en spetters vlogen in het rond. Dat vond ik stoer. Af en toe zo’n brandende druppel op mijn hand, dat voelt een echte kok niet eens. Het vette fornuis maakte ik ’s avonds met een doekje weer schoon. Ik leefde.
Tuurlijk, die spetters kun je simpel voorkomen door een deksel erop te doen. Maar dan gaart je vlees snel, zonder dat je kan zien hoe snel. Door de stoom die in de pan blijft, krijg je ook nog eens een slappe korst. Zonde.
Mijn vrouw en Ikea hadden inmiddels een pact. Koop al die spullen gewoon, zeiden ze tegen haar. Hij denkt nog steeds dat z’n leven niet zal veranderen. Zet het in de kast en wacht rustig af. Inderdaad, als een slang had het spatdeksel zich verstopt in een keukenkastje totdat een naïef onschuldig muisje voor bij zou komen.
Op een avond maakte ik bietenstampot. Onze dochter moest vroeg naar haar eerste balletles. Erna rapportgesprekken. En mijn vrouw naar yoga. De aardappelen stonden op, mijn handen rood van de bietjes. Op de nieuwe tablet op het aanrecht, checkte ik nog even de kledingvoorschriften voor ballet. Toen ik de half ontdooide chipolataworstjes in de pan gooide, spetterden het alle kanten op. Met mijn elleboog wilde ik de tablet verschuiven. Ik stootte de balsamico om. Pakte een rol papier uit het keukenkastje en toen zag ik hem opeens.
De Spatdeksel. In de haast legde ik hem op de pan met sissende worstjes. Eerst gebeurde er niks. Maar toen zag ik de gaatjes van het deksel vollopen. Er kwam een weldadige rust over me. Ik hoorde de worstjes knetteren en als ik goed keek zag ik ze zelfs een korstje krijgen. Zonder dat ik een spetter in mijn oog kreeg. Het leek ook of alles om mij heen gedempt werd. Ik zag mijn vrouw praten maar ik hoorde niks. Mijn dochter gleed in slow-motion ballet door de kamer. Pas toen ik het deksel wilde oppakken en me brandde aan het loeihete handvat, was ik er weer.
Ik was om. Ik heb een review achtergelaten en geloof dat die Zweden dat in het volgende ontwerp zullen verbøteren. ’s Avonds hoefde ik in ieder geval geen vetvlekken meer weg te vegen en kon die tijd mooi gebruiken om mijn brandwond te koelen onder koude kraan.
Na die dag ging het hard. Op alle fronten. Ik kocht een doosje om kaas in te bewaren in de koelkast. Ik ging thee drinken. Ik kookte de vaatdoekjes uit. Ik checkte mijn bandenspanning. Ik ging witte en bonte was scheiden. Ik kocht wandelschoenen, van die lelijke. Ik downloadde een app voor een huishoudboekje. Ik kreeg 4 placemats voor kerst. En ging ze nog gebruiken ook. Ik kocht net zulke sloffen als die van mijn vrouw. En vorige maand reserveerde ik een camping. Meer dan 2 weken van te voren. Eva-en-martijn@gmail.com heb ik uiteindelijk toch maar niet gedaan.
Op die camping ben ik echt even bijgekomen. Telefoon op stil. Stokken zoeken in het bos, punt eraan slijpen bij de tent. Naar het marktje, vlees bij de boer gehaald, knapperig stokbrood. ’s Avonds miezerde het zachtjes, ik bakte worstjes in de voortent. Na het eten, las mijn vrouw de kinderen voor. Mijn oog viel op het tentzeil, er waren toch wel nare vetvlekken op gekomen. Ik haalde een sopje en poetste ze zo goed als weg. Erna zaten we met z’n vieren rond het vuur. De kinderen prikten een marshmallow aan hun stok.
“Kijk de Grote Beer”, wees mijn vrouw.
“Waar doet die vorm je aan denken?”
De kinderen keken omhoog naar de steelpan.
En ik googelde of er een IKEA in de buurt was. Voor een spatdeksel. Opvouwbaar.
Waldorf met knolselderij
/door MartijnWaldorfsalade
Ingrediënten voor 6 personen:
Benodigdheden:
Werkwijze:
BLOG van Martijn: Spatdeksel
/door MartijnHet ding lag al maanden in ons keukenkastje. Ik had het genegeerd, want het was van IKEA, en dan ben ik extra alert. Toen ik nog in Amsterdam woonde, werd ’s donderdags het grofvuil opgehaald, en elke week stond de halve showroom van Ikea op de stoep. Ik wilde niet meedoen aan die wegwerp-economie.
Behalve dan dingen die echt handig zijn. Zoals de vleesthermometer. Ideaal om grote stukken vlees perfect te bereiden, maar € 10 en heeft het bijna een jaar gedaan. Het was de omweg waard – de rit naar dat industrieterrein, zo snel mogelijk door die blauw-gele hel om bij de keukenafdeling te komen, dan via sluipweggetjes naar de kassa om vervolgens toch weer € 116,85 af te rekenen.
Mijn dochter kreeg verkeersles op school. Maar in een wereld waarin straks alleen maar robots veilig autorijden heb je meer aan een les hoe je door Ikea kunt navigeren. Links kijken, rechts kijken, niet kopen.
“Nee, niet naar de koopjeshoek”, zeg ik tegen mijzelf als ik de kassa’s zie opdoemen in de verte. De koopjeshoek wint. Het lukte wel om de berkenhouten eettafel voor maar € 75 vanwege een krasje op het blad (daar zet ik wel een glas op) te laten staan. Nou ja, toen ik hem op het parkeerdek wilde inladen, paste die net niet in mijn auto. Niet in de breedte, niet met de poten omhoog. Op het dak ging wel maar toen waren de spanbanden te kort. Ik heb hem meteen teruggebracht. Blij dat ik mijn € 75, nadat ik anderhalf uur bij de klantenservice had gewacht, kreeg teruggestort. Op een tegoedbon.
Bij onze IKEA-bezoekjes bleef ik voortaan dus veilig wachten bij de uitgang. Naast de softijsmachine. Met mijn tegoedbon. Terwijl ik mijn 3e ijsje tapte (jammer dat ding niet te koop is), kwam mijn vrouw aanlopen met een blauwe opvouwbare wasmand.
“Handig voor vakantie”, glunderde ze, terwijl ze hem in en uitvouwde als een accordeon.
De eerste vakantie heb ik hem bewust niet gebruikt.
“We gaan kamperen. Kam-pe-ren!” zei ik terwijl we alles in de auto probeerden te passen. “Dan neem je toch geen wasmand mee?”
-“Maar hij is opvouwbaar.”
“Dus? Moet de strijkplank dan ook mee?”
Daarna zei ze pas weer iets tegen me toen we in Frankrijk reden: “Wat een aantrekkelijke mannen hier overal.”
Het jaar erop zag ik toch wel wat voordelen van de wasmand. Handig te dragen als ik naar de receptie liep voor wasmachine-munten. Opgevouwen kon je er mee frisbee-en. Toen ik de schone was wilde ophalen in het douchegebouw, en hem niet kon vinden, dacht ik zelfs dat iemand hem had gestolen. Ik vroeg het aan twee meisjes die zaten te gamen naast de ingang.
“Zo’n blauwe. Ik heb er net nog mee gefrisbeed bij het zwembad.” Pas toen ik hun blik zag, nadat ik met mijn armen accordeon bewegingen stond te maken, had ik door dat die IKEA fuckers me weer te pakken hadden.
Net zoals met die spatdeksel.
Zo bakte ik vroeger mijn vlees, lekker woest, hoog vuur, olie die bijna begint te roken. Ik legde mijn biefstuk erin en spetters vlogen in het rond. Dat vond ik stoer. Af en toe zo’n brandende druppel op mijn hand, dat voelt een echte kok niet eens. Het vette fornuis maakte ik ’s avonds met een doekje weer schoon. Ik leefde.
Tuurlijk, die spetters kun je simpel voorkomen door een deksel erop te doen. Maar dan gaart je vlees snel, zonder dat je kan zien hoe snel. Door de stoom die in de pan blijft, krijg je ook nog eens een slappe korst. Zonde.
Mijn vrouw en Ikea hadden inmiddels een pact. Koop al die spullen gewoon, zeiden ze tegen haar. Hij denkt nog steeds dat z’n leven niet zal veranderen. Zet het in de kast en wacht rustig af. Inderdaad, als een slang had het spatdeksel zich verstopt in een keukenkastje totdat een naïef onschuldig muisje voor bij zou komen.
Op een avond maakte ik bietenstampot. Onze dochter moest vroeg naar haar eerste balletles. Erna rapportgesprekken. En mijn vrouw naar yoga. De aardappelen stonden op, mijn handen rood van de bietjes. Op de nieuwe tablet op het aanrecht, checkte ik nog even de kledingvoorschriften voor ballet. Toen ik de half ontdooide chipolataworstjes in de pan gooide, spetterden het alle kanten op. Met mijn elleboog wilde ik de tablet verschuiven. Ik stootte de balsamico om. Pakte een rol papier uit het keukenkastje en toen zag ik hem opeens.
De Spatdeksel. In de haast legde ik hem op de pan met sissende worstjes. Eerst gebeurde er niks. Maar toen zag ik de gaatjes van het deksel vollopen. Er kwam een weldadige rust over me. Ik hoorde de worstjes knetteren en als ik goed keek zag ik ze zelfs een korstje krijgen. Zonder dat ik een spetter in mijn oog kreeg. Het leek ook of alles om mij heen gedempt werd. Ik zag mijn vrouw praten maar ik hoorde niks. Mijn dochter gleed in slow-motion ballet door de kamer. Pas toen ik het deksel wilde oppakken en me brandde aan het loeihete handvat, was ik er weer.
Ik was om. Ik heb een review achtergelaten en geloof dat die Zweden dat in het volgende ontwerp zullen verbøteren. ’s Avonds hoefde ik in ieder geval geen vetvlekken meer weg te vegen en kon die tijd mooi gebruiken om mijn brandwond te koelen onder koude kraan.
Na die dag ging het hard. Op alle fronten. Ik kocht een doosje om kaas in te bewaren in de koelkast. Ik ging thee drinken. Ik kookte de vaatdoekjes uit. Ik checkte mijn bandenspanning. Ik ging witte en bonte was scheiden. Ik kocht wandelschoenen, van die lelijke. Ik downloadde een app voor een huishoudboekje. Ik kreeg 4 placemats voor kerst. En ging ze nog gebruiken ook. Ik kocht net zulke sloffen als die van mijn vrouw. En vorige maand reserveerde ik een camping. Meer dan 2 weken van te voren. Eva-en-martijn@gmail.com heb ik uiteindelijk toch maar niet gedaan.
Op die camping ben ik echt even bijgekomen. Telefoon op stil. Stokken zoeken in het bos, punt eraan slijpen bij de tent. Naar het marktje, vlees bij de boer gehaald, knapperig stokbrood. ’s Avonds miezerde het zachtjes, ik bakte worstjes in de voortent. Na het eten, las mijn vrouw de kinderen voor. Mijn oog viel op het tentzeil, er waren toch wel nare vetvlekken op gekomen. Ik haalde een sopje en poetste ze zo goed als weg. Erna zaten we met z’n vieren rond het vuur. De kinderen prikten een marshmallow aan hun stok.
“Kijk de Grote Beer”, wees mijn vrouw.
“Waar doet die vorm je aan denken?”
De kinderen keken omhoog naar de steelpan.
En ik googelde of er een IKEA in de buurt was. Voor een spatdeksel. Opvouwbaar.
Siciliaanse couscous
/door MartijnCousscous uit Sicilië? Ja, uit de stad Trapani, in het westen van Sicilië. Ik at het ooit in San Vito lo Capo – een on-Italiaans dorpje met vierkante witte huizen, rechte straten, aan een blauwe zee en aan de rand van een prachtig natuurreservaat. Het was de lekkerste couscous die ik ooit at. Hierbij het recept.
Couscous alla Trapanese
Ingrediënten:
4 personen
Bouillon
Couscous en saus
Benodigdheden:
Bereidingswijze:
BLOG van Martijn: Instapmodel
/door MartijnVan de week, met dat mistige weer, dacht ik weer eens aan Italië. We liepen in Trieste op Piazza Oberdan, een on-Italiaanse naam, net zoals de rest van die schimmige havenstad, pal naast Slovenië: overal broodjes met worst en scherpe mierikswortel, mannen met snorren. Iedereen die bier dronk.
De vrouw met wie ik was, wel 100% Italiaans. Donkere krullen, uit Emilia-Romagna. De streek waar Fellini graag zijn actrices vandaan haalde, zei iemand mij ooit. “Want bij ons in Emilia maken ze altijd verse pasta en daar krijg je grote borsten van”. Italianen zijn niet alleen trots op hun eten.
We gingen die middag nette schoenen voor mij kopen. Een vriendin met wie zij ooit studeerde in deze stad, had ons uitgenodigd voor haar bruiloft komende zomer in Abruzzo. Mijn eerste bruiloft, en dan ook nog in Italië. Een mooi donker pak hadden we al gekocht. Zij wist hier een van de beste schoenenwinkel van de stad te vinden.
Ik vertrouwde haar helemaal. Tot nu toe had ik alleen maar kleren gekocht met mijn moeder en lukte de Italiaanse look nooit echt, met haar voorkeur voor paars en dingen op de groei.
We liepen door een oude winkelstraat waar een man met zonnebril en leren tas, net een winkeltje uit liep en op z’n scooter stapte. “Arrivederci dottore”, zei een vrouw met grijs haar en een groen mantelpakje vanuit de deuropening. Ze zette haar bril met grote glazen op en bekeek ons van onder tot boven.
“Buonasera, jongelui”, haar stem kraakte. “Kom binnen”.
“Is dit niet te klassiek voor ons?”, fluisterde ik, terwijl we achter haar aan liepen.
Binnen stonden de dozen met herenschoenen tot aan het plafond. Naast mij stond een stapel dozen met daarboven in dikke rode letters SCONTO.
“Hoe kan ik jullie helpen?”. Mijn vriendin begon over de matrimonio in Abruzzo.
“O, wat een prachtige regio. En het eten daar. Goddelijk.”
“Wat dacht je hiervan?” Ik wees naar een glimmende bruine schoen. “40% korting”
“Die?”, vroeg mijn vriendin. “Maar je pak is donker.“
“Deze kan ik ook onder een spijkerbroek aan.”
Mijn vriendin schudde haar hoofd. “Bruin met blauw.”
“Onder een jeans?” zei de eigenaresse. “Die schoenen? Impossibile.”
“Hij is Nederlands”, zei mijn vriendin.
De eigenaresse knikte begrijpend. “Welke maat heeft hij?”
Ze pakte een doos met zwarte schoenen. Ik schrok van de prijs. “Is die nog in lires of zo?”
“Probeer nou maar gewoon”
Ik wilde de schoen passen maar de eigenaresse pakte hem uit mijn handen. “No, no”, riep ze uit en keek afkeurend naar mijn sokken. “Per favore”, en ze gaf me een paar pas-sokken. Of kousen want ze kwamen tot aan mijn knieën. Daarna hielp ze me met een schoenlepel van een halve meter met een zacht leren handvat.
Terwijl ik wat heen en weer stapte en in de spiegel de schoen in verschillende posities bekeek, begon ze over het eten uit die regio. Ze had het over tomatensaus. Want ik hoorde pomodoro en sugo. En iets met uien.
“Hoe zit die?” vroeg ze streng. Ze duwde keihard bij mijn grote teen
“Ze zitten wel goed maar zie je die prijs”, zei ik tegen mijn vriendin. “Kun je niet vragen of ze een instap-model heeft?”
“Hoe bedoel je? Wil je sloffen hebben?”, zei ze met haar Italiaanse accent.
“Nee, gewoon wat goedkoper”
De vrouw klom op een trapje om een andere doos te pakken en begon over uitjes die hoe langer ze bakken, hoe zoeter ze worden. En dat is goed voor bij de zure tomaten.
Ze hielp me met een andere schoen die een stuk strakker zat.
“Madonna” riep ze uit. “Wat heeft hij brede voeten”
“En doet u er ook wortel bij?” vroeg mijn vriendin.
“Natuurlijk!” – en ze draaide zich naar mijn vriendin. “Wortel, heel fijngehakt en bleekselderij.”
Deze schoen was veel te klein en ik kreeg mijn hiel er niet uit.
-“Ja, heerlijk met een scheutje balsamico.”
“Non! Nooit!”, riep ze boos. “Absoluut niet. Veel te zuur wordt het ervan.”
Ik wrikte met die lange schoenlepel maar nu zat die ook klem.
-“Van een chef leerde ik ooit”, zei mijn vriendin op een fellere toon dan ik haar kende.
De vrouw klakte met haar tong en begon nog harder te praten.
“De kleur verandert ook, wordt veel te donker ervan.”
-“Maar het wordt ook lekker zoet”
“Signora”, zei ik zachtjes.
“Zoet? Zal ik je een geheim vertellen?” en ze begon wat zachter te praten.
De schoenlepel sneedt in mijn hiel en toen ik er hard aan trok, trok ik het touwtje kapot. Ik legde het snel achter het bankje.
“Wil je weten hoe een goede tomatensaus krijgt? Vol van smaak? Zucchero”, zei ze terwijl met met hand de lettergrepen onderstreepte. “Zuc-che-ro.”
“Scusi” zei ik snel.
Het was even stil.
“Niet teveel, een halve theelepel maar.“ Ze draaide zich naar mij. “Die zullen je prachtig staan. Je moet ze wel even inlopen”
Uiteindelijk kochten we daar toch een paar schoenen. Veel duurder dan ik wilde maar wel Italiaans en met een geheim recept. Ik droeg ze nog jaren, langer dan ik mijn Italiaanse vriendin wist te strikken.
Tot de lente schoonmaak van vorig jaar.
“Wil je die nu nog steeds bewaren?” vroeg mijn vrouw.
Ik twijfelde.
“Ze zien er niet uit.”
-“Ja maar die heb ik toen met D….. gekocht.“
“Je bent toch geen buschauffeur!”
Ik keek nog eens naar de schoenen. Ik heb nog nooit gezien wat buschauffeurs aan hebben als ik incheck. Misschien rijden ze wel met sportschoenen. Of gewoon op hun sokken, omdat ze anders zo zweten van de hele dag rondrijden.
Bedoelde ze dat glimmende, of die vierkante voorkant?
Ik dacht terug aan de bruiloft in Abruzzo. Ik voelde me helemaal the uomo. Een prachtig pak, glimmende Italiaanse schoenen, in mijn ene hand prosecco en aan de andere een Fellini actrice. En die herinnering moest ik nu bij de kringloop zetten? Ik ben slecht in dingen weggooien en helemaal als het iets is met een ex-vriendin, Italië en dat soort dingen.
Dus wil je ook een Italiaanse bruiloft, prosecco, dansen, prachtige vrouwen?
Ga dan gauw naar de kringloopwinkel in Amstelveen. Maat 43. Je kunt zo instappen.
Vlees pekelen – nat
/door MartijnTips voor een lekker, groot stuk vlees
Nat pekelen
Als je vlees echt veel smaak wilt meegeven dan heb je vooral tijd nodig. Je kunt je grote stuk vlees insmeren met zout en kruiden en dan in laten trekken. Hoe langer, des te meer smaak. Of je kunt het ook in een pekelbad laten trekken. Zout en kruiden doordringen het hele vlees met smaak, zodat niet alleen de buitenkant een lekker smaakje heeft (en de binnenkant veel flauwer), maar ook het binnenste van je: rollade, ribeye, kalkoen of welk stuk vlees dan ook.
Hieronder het basisrecept. De kruiden kun je uiteraard naar smaak wijzizgen.
Ingrediënten
Bereidingstappen
Varkensfilet:
Ingredienten:
500 gram varkensfilet
¼ bosje tijm
¼ bosje rozemarijn
½ bosje salie
1 el venkelzaad
3 tenen knoflook
20 gram pijnboompitten
Benodigdheden:
Slagerstouw
Koekenpan
Braadslee
Bereidingswijze
1. Verwarm de oven voor op 180 graden.
2. Hak de kruiden, de pijnboompitten, het venkelzaad en de knoflook.
3. Leg het vlees voor je op een snijplank of bakpapier, bestrooi met peper en zeezout (keukenzout kan ook) en masseer dit in.
4. Verdeel het kruidenmengsel gelijkmatig, maar laat de uiteinden vrij.
5. Rol het vlees op en bind vast met het slagerstouw.
6.Bak het vlees aan alle kanten aan in de koekenpan tot zich een korst vormt.
7. Leg het vlees met het vet uit de pan in een ovenslee en gaar tot de kerntemperatuurmeter 65 graden aangeeft, drapeer het vlees elke 15 minuten met het vocht uit de ovenslee.
8.Haal het vlees uit de oven en laat nog tien minuten rusten alvorens de touwtjes los te snijden en het vlees aan te snijden.
Blog van Martijn: Vet en zout
/door MartijnEen tijd terug wist ik het even niet meer. Bijna 40, onlangs getrouwd, twee jonge kinderen op 5 sportclubjes, een eigen bedrijf, vrienden die ik bijna niet zie. Waar is de tijd voor mijzelf? En wat vind ik nu echt belangrijk in het leven?
Mijn eerste impuls was: ik heb weer een motor nodig.
En ik ga een reis maken. Tijdens de zwemles van mijn zoon, scrollde ik op marktplaats langs rode Ducati’s. Ik zag mijzelf al over Italiaanse landweggetjes scheuren. Nieuwe recepten ontdekken. Liberta! Maar dan? Terug zal mijn inbox niet leger zijn. Kinderen hebben inmiddels 7 sportclubjes. Wat ga ik dan doen? Wil ik dan ook een nieuwe snelle rode Boerin? Toen kreeg ik een inzicht. Ik ga een andere reis maken, naar binnen. En ik boekte een cursus persoonlijk ontwikkeling.
Het eerste weekend in Groningen begon met het ontdekken van jezelf. Voor tijdens de lange autorit kreeg ik van mijn vrouw een nieuwe thermosbeker. Nerveus over wat komen zou, reed ik naar het noorden. Ik brandde mijn mond al snel aan de kokend hete koffie, die pas was afgekoeld bij Assen.
Ik kreeg dat weekend veel kruidenthee en nog meer inzichten. De details lees je ooit in mijn zelf-hulpboek. Het culinaire inzicht deel ik hier. Want er was een vrouw die heerlijk voor ons kookte. Waar ik normaal altijd de kok ben, kon ik nu zelf heerlijk genieten na het harde werken. Dus terwijl wij in onze levens aan het spitten waren, haalde zij bietjes uit de grond voor de salade. Terwijl wij huilden over de verkeerde keuzes in onze jeugd, sneed zij de uien voor de soep. En tijdens het uiten van al onze woede, stampte zij in de puree.
’s Ochtends kookte ze havermoutpap. Ik eet dat zelf al jaren. Snel gemaakt, zo vroeg op de dag hoef je niet te kauwen en het is gezond want je kunt er geen nutella op smeren. Ik leerde tijdens een maand werken als kok in verlaten vulkaangebied in IJsland, dat je melk ook (deels) kon vervangen door water. Zo werd mijn pap langzaamaan, net zoals de rest van mijn leven, vooral praktisch
En toen at ik die heerlijke pap van Jeanine. Dus het kon heel lekker zijn. En ik snapte niet hoe ze dat deed.
”Gewoon met kokosvet en zout” zei ze met onvervalst Fries accent.
Zo simpel? Ik dacht dat ik alles wist over koken maar zelfs het ontbijt werd een workshop bescheidenheid.
Vet en zout. Dat is wat ik altijd zeg tijdens kooklessen. Het maakt alles lekker. Dat geheim schijnen ze je al op de koksschool te leren. Denk maar aan patat, chips, jus, pizza. De helft van alle dingen die écht lekker zijn, is vet en zout. (De andere helft is vet en zoet.) Zo makkelijk is koken.
Het recept dat ik leerde op deze reis, staat hieronder. En omdat ik toch wat avontuur wil dit jaar. Van 4 – 10 oktober organiseer ik een kookvakantie naar Toscane
Havermoutpap
1 deel havermout
3 deel (soja)melk en/of water
1/2 eet kokosolie
snuf zout
topping: geroosterde noten, zaden, pitten, zuidvruchten naar wens
1. Breng alles behalve de vulling aan de kook en laat 2 minuten pruttelen. Roer goed tegen aankoeken.
2. Maak het af met je topping naar keuze.
Gerookte makreel op toast met pastinaakchips
/door MartijnGerookte makreel op toast met pastinaakchips
4 personen
Benodigdheden:
Bereidingswijze:
Toast
Pastinaakchips
Serveren:
BLOG van Martijn: Dochter
/door MartijnVroeger schreef ik nog wel eens een gedichtje, een liedje of een grappig zinnetje – waaruit soms een verhaal voor deze nieuwsbrief rolde. Naast het koken wat tijd voor zelfontplooiing en zingeving want letters blijven en gevulde pasta niet.
Tot ik een dochter kreeg.
Nu ben ik bezig met speentjes uitkoken, haar 3 keer aankleden want het rompertje kleurt niet bij de schoenen waar ze toch nog niet op loopt. En zijn we klaar om naar buiten te gaan met jas, muts en extra skipak, ruik ik een poepluier. Tussendoor probeer ik geld bij te verdienen om die luiers te betalen want als ik had geweten hoe duur die eco-dingen zijn, was ik nooit biologisch geworden.
’s Avonds als ik op de bank lig bij te komen, hoor ik gehuil uit haar kamer. Als ze na een half uur sussend en wiegend in slaap is gevallen en ik langzaam de kamer uitsluip, stoot ik tegen het muziekschaap aan. Na middernacht slaapt ze dan toch eindelijk echt, want waar haal je anders de tijd vandaan om het speelgoed op te ruimen.
Mijn vriendin is sinds kort ook geabonneerd op deze nieuwsbrief, dus even voor de goede orde. Ik ben niet alleen – sterker nog zij doet het meeste van bovenstaande. Maar dan leest het niet zo lekker weg.
Het mooie is wel dat ik vroeger heel lang over dit stukje zou doen. Uren was ik bezig om iets leuks te verzinnen en de lezers te laten glimlachen.
Nu, ze ligt te slapen en het fisher-price hondje bungelt met zijn staart naast mijn computer, gaat het schrijven een stuk sneller. En kan ik straks uren bezig zijn om iemand anders te laten glimlachen.
BLOG van martijn: BERKEL
/door MartijnTijdens een kookvakantie ging ik met een collega-kok/vinoloog een keer op bezoek bij zijn baas die een eigen wijndomein heeft in Toscane.
Terwijl we door zijn 17e eeuwse villa liepen, vertelde de wijnbaron dat hij ook een huis had in Noorwegen, Australie en Zwiterserland. Vanuit de toren wees hij over zijn wijngaarden. “daar tot aan die eik”…”hier 4 hectare nieuw aangeplant, in de verte schemerde Siena. In de keuken pakte hij een salami en legde die op een glimmende rode snijmachine.
“Een Berkel”, vertelde hij, “uit 1933. Ergens op de kop getikt voor € 14000 en laten restaureren voor € 4000.”
Hij bewoog een soort draaiorgel wiel. De machine kwam langzaam in beweging. Het mes begon te draaien, het vlak waar de salami lag, ging heen en weer langs het mes.
Aan de andere kant kwamen flinterdunne plakjes salami eruit. Terwijl hij draaide en plakjes waaierden, verkocht hij aan de telefoon twee containers Chianti aan een handelaar in Shanghai.
Daarna sneed hij op een glimmend slagershakblok (€ 1200) een stukje brood. Salami erop en we proostten met zijn eigen wijn.
Zo worden dromen geschapen.
Mijn verjaardag erna kocht ik een hele prosciutto. Ik leende de snijmachine van mijn werk. Ik woonde drie hoog en het ding was zo onhandig zwaar dat we een hijstouw moesten halen om hem naar boven te krijgen. Nog erger dan een wasmachine, en scherper.
Hij nam het hele aanrecht in beslag en hij moest ook weer naar beneden maar die avond we flinterdunne plakken prosciutto!
Daarna kocht ik een hakblok, om mijn eigen brood te snijden. Via marktplaats voor € 100. <br>We haalden het op in een nieuwbouw wijk waar het al 20 jaar stond in de woonkamer van 20 C met een plant erop. Gelukkig op de begane grond want hij woog 80 kilo.
De bovenkant zat vol scheuren. Ik schuurde, poetste, depte dagen met natte doeken maar het had geen zin.
Toen er gruis van een houtworm uit begon te vallen, heb ik het volgespoten met chemische spray. En brood koop ik weer gewoon voorgesneden.
Nu heb ik een boek gelezen over zelf wijnmaken. We hebben elk jaar nl. steeds meer druiven in ons tuintje. Via de internetdrogist kan ik een hele wijnmaakset kopen. Sulfiet, gist-starter, flessen en kurken (per 500 stuks). Ik heb alleen zo mijn twijfels.
Eerst maar eens het ledikantje voor mijn aanstaande kind verven.
blog van martijn: Buizen
/door MartijnIk heb nooit een kokspak gedragen. Toen ik begon met koken wilde ik mij namelijk onderscheiden van de rest. Buizen (zo heet een overhemd in de keuken) associeerde ik na mijn eerste baantje met het klakkeloos volgen van arrogante chefs. Jongens in een koksbuis moeten de hele dag “bon chef” roepen terwijl ze niet eens weten wat ze doen. Ze kunnen feilloos en ook nog heel snel een tomaat snijden maar als je vraagt er een lekker sausje van te maken kijken ze je met holle ogen aan. Dat stond niet in het leerboek; daar blancheerden, plisseerden en concasseerden we ons suf, maar een lekker sausje?
Bon. Ik droeg dus geen buis want ik wilde vernieuwen. Ik zou het allemaal anders doen. Een kok die liever in zijn shirtje stond te koken. De ene keer een 5 gangen diner in mijn Hema-tshirt, een week later trok ik het (gewassen) aan naar het strand. Wat nou bedrijfskleding? 1 witte buis maakt nog geen topkok. Maar je raad het misschien al. Na een tijdje begon ik toch soms te twijfelen. Ziet een buis er niet mooier ui? Een schone, witte koksbuis, is dat niet professioneler? Heb je niet veel meer overwicht tijdens een kookles? Dat soort vragen hielden mij opeens bezig. Een soort puberteit achter het fornuis.
Een jaar geleden heb ik dus toch maar een buis aangeschaft. Voor de spiegel gepast. Serieuze blik erbij. Met 1 buis kun je niet koken dus ik kocht er gauw een bij en twee werden drie. Ik kwam hangertjes te kort in mijn kast dus mijn overhemden verhuisden naar dezelfde hanger. Daar hingen mijn buizen, vooraan in de klerenkast. Wit te wezen. Gister besefte ik ineens hoe ik was veranderd het afgelopen jaar. Dat had ik niet eerder gemerkt toen ik bijvoorbeeld voor de spiegel Franse termen stond te oefenen: “Bouillon! Julienne! Suite!” Ook niet toen ik boos werd omdat mijn assistent zijn kokskleding had vergeten en dus in een wit t-shirt moest koken.
Nee, dat besef kwam gisteren toen ik met Vanish-Oxi Action de vlekken op mijn buis stond in te smeren. Ik ben toch wel erg snel afgegleden.